De Shi’ieten verschillen van de moslims in een aantal belangrijke zaken:
1.Qor’aan: sommigen van hen geloven dat de Qor’aan toevoegingen en gebreken heeft;
2.De hadieth van de profeet sallahoe `aleihie was sallem: zij nemen niet van de a-hadieth die in Boechaarie, Moesliem en anderen staan;
3.Tawh’ied (geloofsleer): zij verrichten smeekbeden aan anderen en zij zweren en offeren aan anderen. Zij beweren dat de heersers, leiders en familieleden van de profeet sallahoe `aleihie was sallem (Ahloe l-bayt) een bepaalde kracht hebben om voor de kosmos te zorgen. En de Soefies hebben deze opvattingen van hen overgenomen;
4.Kennis hebben over het onwaarneembare: zij beweren dat hun smetteloze leiders het recht hebben om kennis te hebben over het onwaarneembare en dat de profeet sallahoe `aleihie was sallem niet het recht heeft hierover te spreken. Hun toekomstige leider (de Dadjjaal, anti-christ) zal tevoorschijn komen uit een kelder (put) en alle politieke tegenstanders vernietigen;
5.Shari’a (wetgeving) en werkelijkheid: zij zijn van mening dat de Shari’a (wetgeving) en datgene waar de profeet sallahoe `aleihie was sallem mee gekomen is, bedoeld is voor de gewone mens, maar de werkelijkheid en de kennis die alleen Allah weet, is alleen toegankelijk voor de leiders van Ahloe l-bayt. Het contact met Allah geschiedt alleen maar via één van hun leiders. Deze gevaarlijke gedachten zijn helaas ook doorgesijpeld naar de soefietische stroming.
6.Het uitschelden van de metgezellen: zij vervloeken Aboe Bakr, ‘Oemar en anderen (moge Allah tevreden zijn met hen), terwijl de profeet sallahoe `aleihie was sallem hen het Paradijs heeft beloofd.
7.Leiderschap: zij zijn van mening dat ‘Ali dit leiderschap moest krijgen en dat iedereen die dit leiderschap op zich heeft genomen onrechtvaardig en ongelovig is.
8.Beschuldigen: zij beschuldigen ‘Aa-ieshah (moge Allah tevreden zijn met haar) van overspel, terwijl Allah haar in de Qor’aan heeft vrijgesproken.
9.Aanbiddingen: zij hebben een andere vorm van aanroepen tot het gebed. Het gebed en de tijden daarvan verschillen van die van de moslims.
10.Ondermijning (leugen): de Shi’ieten verbergen af en toe hun geloof uit angst dat zij achterhaalt worden door mensen.
11.Het aanvallen van de Soennieten door de Shi’ieten: in de Soennitische moskeeën worden zij aangevallen door Shi’ieten en hun geloof wordt ook aangetast. (1)
Voetnoten:
(1) Zie Al-khotoot Al-‘Ariedah van Moeh’iebbie d-dien Al-Khateeb.
(Bron: De Islamitische geloofsleer uit het Boek en de authentieke Soennah door Mohammed Ibn Djamiel Zienoe)
1.Qor’aan: sommigen van hen geloven dat de Qor’aan toevoegingen en gebreken heeft;
2.De hadieth van de profeet sallahoe `aleihie was sallem: zij nemen niet van de a-hadieth die in Boechaarie, Moesliem en anderen staan;
3.Tawh’ied (geloofsleer): zij verrichten smeekbeden aan anderen en zij zweren en offeren aan anderen. Zij beweren dat de heersers, leiders en familieleden van de profeet sallahoe `aleihie was sallem (Ahloe l-bayt) een bepaalde kracht hebben om voor de kosmos te zorgen. En de Soefies hebben deze opvattingen van hen overgenomen;
4.Kennis hebben over het onwaarneembare: zij beweren dat hun smetteloze leiders het recht hebben om kennis te hebben over het onwaarneembare en dat de profeet sallahoe `aleihie was sallem niet het recht heeft hierover te spreken. Hun toekomstige leider (de Dadjjaal, anti-christ) zal tevoorschijn komen uit een kelder (put) en alle politieke tegenstanders vernietigen;
5.Shari’a (wetgeving) en werkelijkheid: zij zijn van mening dat de Shari’a (wetgeving) en datgene waar de profeet sallahoe `aleihie was sallem mee gekomen is, bedoeld is voor de gewone mens, maar de werkelijkheid en de kennis die alleen Allah weet, is alleen toegankelijk voor de leiders van Ahloe l-bayt. Het contact met Allah geschiedt alleen maar via één van hun leiders. Deze gevaarlijke gedachten zijn helaas ook doorgesijpeld naar de soefietische stroming.
6.Het uitschelden van de metgezellen: zij vervloeken Aboe Bakr, ‘Oemar en anderen (moge Allah tevreden zijn met hen), terwijl de profeet sallahoe `aleihie was sallem hen het Paradijs heeft beloofd.
7.Leiderschap: zij zijn van mening dat ‘Ali dit leiderschap moest krijgen en dat iedereen die dit leiderschap op zich heeft genomen onrechtvaardig en ongelovig is.
8.Beschuldigen: zij beschuldigen ‘Aa-ieshah (moge Allah tevreden zijn met haar) van overspel, terwijl Allah haar in de Qor’aan heeft vrijgesproken.
9.Aanbiddingen: zij hebben een andere vorm van aanroepen tot het gebed. Het gebed en de tijden daarvan verschillen van die van de moslims.
10.Ondermijning (leugen): de Shi’ieten verbergen af en toe hun geloof uit angst dat zij achterhaalt worden door mensen.
11.Het aanvallen van de Soennieten door de Shi’ieten: in de Soennitische moskeeën worden zij aangevallen door Shi’ieten en hun geloof wordt ook aangetast. (1)
Voetnoten:
(1) Zie Al-khotoot Al-‘Ariedah van Moeh’iebbie d-dien Al-Khateeb.
(Bron: De Islamitische geloofsleer uit het Boek en de authentieke Soennah door Mohammed Ibn Djamiel Zienoe)
0 reacties:
Een reactie posten