القران الكريم

De Rechten van de Metgezellen radia Allaahoe anhoem.

Door de nobele Shaykh al-Imaam Aboe ‘Abdillaah Mohammad ibn Saalih al-‘Oethaymien - moge Allah hem genadig zijn -

De Metgezellen - moge Allah tevreden met hen zijn - hebben een grote gunst jegens deze oemmah(1), daar zij de hulp van Allah en Zijn Boodschapper - sallallahoe ‘alayhi wa sallam - volbracht hebben, de djihaad(2) op de weg van Allah met hun bezittingen en hun levens, het beschermen van de religie van Allah door Zijn Boek en de Soennah van Zijn Boodschapper - sallallahoe ‘alayhi wa sallam - te beschermen, zowel door hiervan kennis te nemen, als hiernaar te handelen, als deze te onderwijzen, totdat zij deze zuiver en helder aan de oemmah verkondigden.

Allah heeft hen in Zijn Boek op de meest geweldige wijze geprezen, daar Hij in Soerah al-Fat-h zegt:

Mohammad is de Boodschapper van Allah. En degenen die met hem zijn, zijn streng tegenover de ongelovigen, en barmhartig onderling. Jij ziet hen buigen en knielen, zoekend naar de gunst van Allah en Zijn Welbehagen [Soerah al-Fat-h 48:29].

Tot het einde van de Soerah.

En de Boodschapper van Allah - sallallahoe ‘alayhi wa sallam - heeft hun waardigheid verdedigd, daar hij zei:

"Scheld mijn Metgezellen niet uit, want bij Degene in Wiens Hand mijn ziel is, als één van jullie het gelijke aan de berg Oehoed in goud zou uitgeven, dan zou dat niet een moedd (handvol) van één van hen bereiken, noch de helft daarvan." (Moettafaqoen ‘alayh.(3)

Hun rechten op de oemmah behoren dan ook tot de meest geweldige rechten, en deze zijn:

1- Hen liefhebben met het hart en hen aanprijzen met de tong, vanwege datgene wat zij hebben geleverd aan goedheid en gunsten.

2- Het vragen aan Allah om hen genadig te zijn en hen te vergeven, hiermee de Woorden van Allah - Verheven is Hij - verwezenlijkend:

En degenen die na hen kwamen, zeggen: "Onze Heer, vergeef ons en onze broeders die ons vooraf zijn gegaan in het geloof en plaats in onze harten geen wrok jegens degenen die geloven. Onze Heer, voorwaar, U bent Zachtmoedig, Meest Genadevol" [Soerah al-Hashr 59:10].

3- Zich onthouden van het noemen van hun slechte eigenschappen die, als deze bij één van hen voorkwamen, dan zijn deze weinig vergeleken met datgene wat zij bezitten aan goede daden en deugden. En misschien hebben deze plaatsgevonden op basis van idjtihaad(4) die vergeven wordt en daden waarvoor men geëxcuseerd wordt, vanwege de woorden van de Profeet - sallallahoe ‘alayhi wa sallam: "Scheld mijn Metgezellen niet uit".


Bron: Sharh Loem'atil-I'tiqaad

---------------------------------------------------------------

(1) Vootnoot van de vertaler: Oemmah: De Moslimgemeenschap.

(2) Vootnoot van de vertaler: Djihaad: Het strijden op de weg van Allah, of elke andere inspanning om het Woord van Allah superieur te maken.

(3) Overgeleverd door al-Boekhaarie (3673) en Moeslim (2540, 2541).

(4) Vootnoot van de vertaler: Idjtihaad: Het verrichten van inspanningen door een geleerde om tot een oordeel te komen betreffende religeus vraagstuk.

0 reacties:

Een reactie posten