القران الكريم

Mu'aawiyah Ibn Abee Sufyaan radia Allaahoe anhoe.

De Oeloema over Mu'aawiyah bin Abee Sufyaan (radi Allaahoe anhoema).

Ibn Qudaamah zei in zijn boek ''Loem'atoel-I'tiqaad'': ''En Mu'aawiyah is de Oom der Gelovigen, de schrijver van de Openbaring van Allaah en een van de kaliefen van de Moslims - moge Allah met hen allen tevreden zijn.

De commentaar van Tahaawiyyah (Ibn Abil-'Izz Ibn 'Abdis-Salaam) zei, ''De eerste koning van de Moslims was Mu'aawiyah en hij was de beste koning van de Moslims.''

Al-Bayhaqee leverde over van Imaam Ahmad dat hij zei ''De Khaliefen zijn Abu Bakr, 'Umar, 'Uthmaan en 'Alee.'' En er werd hem gezegd, ''En Mu'aawiyah?'' Hij antwoordde ''Er was niemand in de tijd van 'Alee die het meer verdiende om de Khaleefah te zijn dan 'Alee en moge Allaah genade hebben met Mu'aawiyah.''

Abdullaah Ibn Mubaarak werd gevraagd over Mu'aawiyah. Hij antwoordde ''Wat moet ik zeggen over man die, toen de Profeet (sallallahoe alayhi wa sellam) zei, 'Sami'Allaahu liman hamidah' (Allaah antwoordt op degene die Hem prijst), Mu'aawiyah, achter hem zei, 'Onze Heer, alle lof is aan Uw'.''

Mu'aafah Ibn 'Umran werd gevraagd, ''Welke van de twee is beter, Mu'aawiyah of 'Umar Ibn 'Abdul Aziz?'' Dus werd hij kwaad en zei tegen de vragensteller, ''Vergelijk jij een man van de Metgezellen met een man van de opvolgers? Mu'aawiyah is zijn metgezel, zijn schoonbroer, zijn schrijver, degene aan wie hij de Openbaring van Allaah toevertrouwde''

Abdullaah Ibn Mubaarak zei, op gezag van Muhammad Ibn Muslim die zei, op gezag van Ibraheem Ibn Maysara die zei, ''Ik heb 'Umar Ibn 'Abdul Aziz nooit iemand zien slaan behalve een persoon die Mu'aawiyah beledigde. Deze gaf hij enkele slagen.''

Aboe Tawbah ar-Rabie' bin Naafi' al-Halabie zei "Mu'aawiyah is een scherm voor de rest van de metgezellen van Muhammad. Dus als iemand dat scherm wegneemt, zal hij de durf hebben om te spreken tegen degenen erachter."

Er werd tegen 'Abdullaah ibn Mubaarak gezegd: ''Wie van de twee is beter, Mu'aawiyah of 'Umar ibn 'Abdulaziz? Aldus zei hij: De zandkorreltjes/stof dat zich in de neus van Mu'aawiyah heeft verzameld met de Boodschapper salAllahu 'alayhi wa sallam, is beter en superieur aan 'Umar ibn 'Abdulaziz.''

Shaykhul Islaam ibn Taymiyyah zei:

''Het is verboden om de metgezellen van de Profeet (sallallahoe alayhi wa sellam) te vervloeken of te beledigen. Eenieder die een van hun vervloekt zoals Mu'aawiyah Ibn Abee Sufyaan, 'Amr Ibn 'Aas en degenen zoals hun, of degenen die beter zijn dan hun, zoals Abu Moosaa Al-Ash'aari, Abu Hurayrah en anderen, of degenen die beter zijn dat hun, zoals Talha Ibn 'Ubaydillaah, Az-Zubair Ibnul-''Awaam, 'Uthmaan Ibn 'Affaan, 'Alee Ibn Abee Taalib, Abu Bakr As-Siddeeq, 'Umar Ibnul-Khattab of 'Aa'ishah, de Moeders der gelovigen en anderen van de metgezellen van de Boodschapper (sallallahoe alayhi wa sellam), dan verdient hij een harde bestraffing met overeenstemming van de geleerden van deze Religie. De geleerden verschillen alleen van mening betreffende de straf voor zo een persoon, volgens sommige van hen dient hij bestraft te worden met de dood en volgens anderen dient hij bestraft te worden met iets minder dan dat.

Er is niemand onder de eerste en de laatste van de Emigranten die beschuldigd is van huichelarij. Zij waren allemaal gelovigen, voor wiens geloof is getuigt.

''Wat betreft Mu'aawiyah Ibn Abee Sufyaan en degenen die vrij werden gelaten, die de Islaam hadden omarmd na de verovering van Mekka zoals 'Ikramah Ibn Abee Jahl, Al-Haarith Ibn Hisham, Subail Ibn 'Amr, Safwaan Ibn Umayyah en Abu Sufyaan Ibnul-Haarith Ibn 'AbdulMuttalib. Deze en de anderen zijn van degenen die hun Islaam perfectioneerden, met overeenstemming van de moslims. Niemand heeft hun ooit beschuldigd van huichelarij en Mu'aawiyah werd de schrijver van de Profeet (sallallahoe alayhi wa sellam) na zijn bekering tot de Islaam.

Toen Yazeed Ibn Abee Sufyaan stierf ten tijde van de Khilaafah van Umar Ibnul-Khattab, gaf hij (Umar) de leiding aan zijn broer Mu'aawiyah. 'Umar Ibnul-Khattab was onder de besten van degenen met inzicht (in zaken) en van degenen die het best op de hoogte waren van de toestand van mensen. Hij was de meest oprechte en met de meeste kennis van de waarheid.

'Umar of Abu Bakr gaven een hypocriet nooit controle over de moslims, noch kozen ze hun naasten en nooit vreesden ze de blaam van degenen die fouten vonden.''

Genomen uit het boek ''From the sayings of the trustworthy scholars regarding the Companion, the Khaleefah Mu'aawiyah Ibn Abee Sufyaan'' van Shaykh 'Abdul-Mushin Ibn Hamad Al-'Abbaad (moge Allaah Ta'ala hem behouden en belonen).

0 reacties:

Een reactie posten